top of page

The Old Oak - Een migratiesprookje

  • Peter van Duyvenvoorde
  • Mar 25, 2024
  • 5 min read

Updated: Mar 25, 2024





Is het moedig om in 2024 nog een zachtmoedige film over migratie en multiculturalisme te maken of is het naïef?


The Old Oak is geregisseerd door Ken Loach. De grote sociaaldemocratische, activistische regisseur

die in zijn films Engelse overheersing in Ierland invoelbaar maakte (The Wind that Shakes the Barley), het onpersoonlijk totalitarisme van het Britse bureaucratische systeem waar individuen niet tegenop kunnen en door vermorzeld worden (I, Daniel Blake), of het harde, nietsontziende kapitalisme van de postorderbedrijven die zelfs tot de dood van chauffeurs leiden aan de kaak stelde (Sorry, We Missed You). Een man met een missie, zeg maar. Oude, zouden wij aan deze kant van het water zeggen, PvdA'er.


Dat kan irritant zijn, prekerig, en dat is het soms ook. Maar vooral: hij stelt het leven aan de kaak zoals we dat niet vaak zien in films. Armoede in Noord-Engeland, post-industriële steden waar sinds het sluiten van de mijnen door Thatcher (zou er een speciaal plekje in de hel zijn voor haar?) weinig tot geen economische mogelijkheden zijn. Alcoholisme overheerst, de arbeidersklasse is opgegeven. Maar niet voor Loach. Hij blijft zich ervoor inzetten.


In The Old Oak verplaatst hij zijn perspectief enigszins. In Durham, net onder Newcastle, arriveren Syrische vluchtelingen. Dat legt nogal een druk op het dorpje. Werk is er niet, sociale cohesie ook niet echt – tenzij gedeeld leed voldoende is om daarvan te kunnen spreken –, geld en hoop zijn er evenmin. En dan moeten de dorpelingen zich ineens tot nieuwe bewoners verhouden die hun taal niet spreken, niet daar geworteld zijn, hun geschiedenis niet delen en hun leed niet kennen. Natuurlijk, ze hebben hun eigen leed, veel concreter, oorlog, maar dat betekent niet dat de mensen in Durham geen leed kennen.



TJ Ballentyne (Dave Turner, alleen een acteur in films van Loach) is de eigenaar van de pub The Old Oak. De enige publieke plek die nog open is nadat de kerk en school zijn gesloten. In de discussie over de nieuwkomers probeert hij zich neutraal te houden, zijn gasten zijn nu niet echt pro en hij wil ze niet wegjagen, maar zelf heeft hij er weinig moeite mee. Yara (Ebli Mara, ook geen professioneel acteur) is het gezicht van de Syrische vluchtingen. Hierheen gekomen met haar moeder, waar haar vader is weet ze niet, en zusjes en broer. Tussen Yara en TJ ontstaat een band die zich, ondanks wat tegenslagen, steeds verder ontwikkelt.


Het is makkelijk om Loach te bekritiseren voor deze film. Het gemak waarmee TJ en Yara bevriend raken, eigenlijk de simpele benadering dat een uitgeblust post-industrieel dorp dankzij migranten een nieuw leven kan krijgen dat niet alleen of Syrisch of Brits is, maar uit gezamenlijke tradities een nieuw verhaal weet te smeden. De droom van de jaren '70 en '80. Met de vragen en complexiteit van de multiculturele samenleving van nu heeft het weinig van doen. Maar is het erg om hoog in te zetten? Om als regisseur te zeggen: hierop zet ik in, hier geloof ik in? Ik weet niet.


Wat ook voor Loach spreekt is dat hij recht doet aan het verhaal van de mensen uit Durham. Hoe dat ooit een gemeenschap was, trots op de mijnen waarin ze hard moesten werken, mannen die voor hun vrouwen en kinderen konden zorgen, met opgeheven hoofd over straat konden lopen. Mannen die vochten voor hun gemeenschap. Stakingen en rellen die verloren werden en de tragedie om te leren leven met het wegvallen van hun belangrijkste bron: de mijn die gesloten werd zodat Thatcher goedkoper kolen uit het buitenland kon importeren.


Tegen hem spreekt weer de eendimensionaliteit van een paar dorpelingen. Eerst zijn ze nog te begrijpen, bang dat ze zijn dat ze hun dorp kwijtraken, maar met dat de film doorgaat worden ze simpeler en radicaler. Een groepje jongens slaan een migrantenjongetje in elkaar, een groepje volwassenen begaat eveneens een criminele daad. En de migranten? Vrouwen, dochters, jonge jongens, en een paar stille, zachtmoedige mannen. Of je bent multicultureel ingesteld, of een migrant; dat zijn de mensen die het er goed vanaf brengen, de rest zijn een stelletje racisten.


Het is jammer dat Ken Loach de film daar uiteindelijk op laat uitdraaien. In het begin van de film, als TJ en een vriendin tweedehandsspullen rondbrengen, staan er drie Engelse jongens te kijken; de welvaart spat er niet vanaf. Jaloers vragen ze waarom andere mensen die spullen krijgen en zij niets. Dit resoneert bij TJ; waarom doen we dat eigenlijk niet? Daarop volgt een preek van zijn vriendin en het conflict dat hier ontstaat, wordt niet écht meer aangesneden. Behalve dan tijdens een Kumbaya-diner waarin iedereen het met elkaar naar zijn zin heeft. Achter in een pub.


Mooi idee. En waar het Ken Loach als socialist uiteindelijk om te doen is, is om te laten zien dat de verliezers van het moderne, globalistische kapitalisme niet met elkaar op de vuist moeten gaan. Net zoals het absurd was dat de Engelse en Duitse arbeidersklasse tegenover elkaar stonden in de Eerste Wereldoorlog, is het nu absurd dat de post-industriële, uitgemolken, kapotgemaakte, opgegeven Britten tegenover door Assad vervolgde migranten komen te staan. Ze moeten juist gezamenlijk optreden, als broeders. Uit de Internationale:


De staat verdrukt; de wet is logen

de rijkaard leeft zelfzuchtig voort

Tot ‘t merg wordt d‘arme uitgezogen

en zijn recht is een ijdel woord

Wij zijn ‘t moe naar and‘rer wil te leven

Broeders! hoort hoe gelijkheid spreekt:

Geen recht waar plicht is opgeheven geen plicht leert zij waar recht ontbreekt


Voor die missie van Loach valt iets te zeggen. Ondanks ons 21ste eeuws cynisme hebben wij ook een linksig hart wat het economische zaken betreft. Dat is überhaupt waarom we fan zijn van zijn films. Het kapitalisme (en de natiestaat én supranationale instanties) is een gemeenschapsondermijnend systeem dat mensen alleen achterlaat, klaar om vermorzeld te worden door de markt, de media en de staat. (Lees Houellebecq er maar op na!) Maar hier is zijn hoop toch te naïef, zijn aanklacht te simpel, de film te nietszeggend. We kennen deze droom, zijn erin opgegroeid en hebben hem uit elkaar zien spatten. We kennen de hardheid van La Haine, we kennen het racisme van Intouchables, waarop we wachten is een film die durft te gaan over de échte multiculturele wereld, zonder aanklacht, maar met gevoel voor ieder gelaat waarachter iemand schuilgaat.


Loach snapt niet, daarvoor is hij veel te economisch ingesteld, dat een mens-zijn méér is dan een homo economicus, en dat een gemeenschap dus uit veel meer snaren bestaat dan slechts die ene snaar van de pond.


Desalniettemin: voor een zondagmiddag is The Old Oak een prima film. Vermakelijk, enigszins (te) kabbelend, en de poging om een film te maken over het multiculturalisme door óók het leed van de Durhammers aandacht te geven, is bewonderenswaardig. Kon migratie maar zijn zoals deze film; dat zou iedereen wel willen.





Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating
bottom of page