top of page

L’amour l'après midi - voor het eerst zijn we vrij

  • Peter van Duyvenvoorde
  • Apr 15, 2024
  • 7 min read

Updated: Apr 24, 2024



In de laatste van de zes "moral tales" laat Rohmer al zijn onderzochte thema's samenvloeien terwijl de inzet hoger en daarmee urgenter is dan ooit: échte liefde is iets anders dan de droom van de passie.


L'amour l'après midi – Love in the Afternoon – is de zesde en daarmee laatste film van Rohmer in het kader van de 'moral tales'. De zes morele verhalen, die begonnen met de bakkerij van Suzanne, het hoogtepunt kende in Mijn nacht met Maud en nu afgesloten worden met deze film.


Met een moreel verhaal bedoelt Rohmer iets anders dan een moraliserend verhaal. Het is hem te doen, elke van deze zes films weer, om de man. Te midden van de seksuele revolutie van de jaren '60 en '70 onderzoekt hij wat dit voor hem betekent. Iedere man kent een conflict: er is de 'goede' vrouw die stabiliteit vertegenwoordigt en de vrouw die als eerste een rol spelt en er is een 'andere' vrouw die iets anders vertegenwoordigt: spanning, passie, mogelijkheden; mysterie. Hoe de man daarmee omgaat, hoe hij daarop reageert, welke keuzes hij maakt, dat is waar deze zes films over gaan. Meesterlijk weet Rohmer om het innerlijk conflict van de man naar buiten te brengen via de dialoog. Intellectueel weten ze van alles te zeggen en te rationaliseren en de passie te verbloemen; maar hoe slim de gesprekken ook zijn die ze voeren, het draait om wat daaronder zit, om wat ze willen verbergen of misschien juist willen rechtvaardigen of goedpraten.


In L'amour (laten we de titel maar zo afkorten) gaat het om Frederic (Bernard Verley), een jonge, redelijk succesvolle advocaat. Getrouwd met onderwijzeres Helene (Françoise Verlay, toen nog de vrouw van Bernard), een kind van een jaar of twee, een nieuwe onderweg en verhuisd naar een buitenwijk van Parijs, leeft hij het leven van de bourgeoisie. Of het het leven is waar hij als student van droomde in de wilde jaren '60 – we begeven ons nu aan het begin van de jaren '70 – het lijkt alsof dat niet helemaal het geval is. Misschien is hij wel de eerste generatie die, zoals overal in het Westen, uiteindelijk, wil weigeren op te groeien en afscheid te nemen van de vrijheid. Hierover later meer. Hun huwelijk is goed, stabiel. En dan komt Chloe op het toneel.



Onaangekondigd bezoekt ze het kantoor van Frederic. Een vriendin van vroeger. Althans, zelfs dat niet, de vriendin van een vriend van Frederic van vroeger. Beantwoordt Helene nog meer aan de verlangens van de jaren '50, alles aan Chloe schreeuwt mei '68. Jeans, jongensachtig kapsel, ze zit in een stoel maar hangt erin en rookt, veel, rookt heel veel. En dat allemaal met een vrijpostigheid die, enfin, er is minder nodig om het hoofd van een man op hol te brengen.


En dat hoofd van Frederic heeft al zo weinig weerstand tegen vrouwen überhaupt. Want voordat Chloe er is, zijn we vooral met hem op stap. Nadat de film begonnen is en we Helene en Frederic ontmoet hebben, spenderen we een klein half uur met de advocaat.


We staan met hem op het station, kijken met hem naar die vrouw aan het raam in de trein, lopen met hem mee door Parijs terwijl hij via een voice-over nadenkt over de betekenis van het huwelijk, over zijn verlangen naar mooie vrouwen, hoe iedere liefde eigenlijk een eerste liefde moet zijn die voortduurt, hoe hij geniet van de stad, het geflirt. Het gaat hem niet om de seksualiteit. Ook al ziet hij de vrouwen in volle glorie, in al hun erotiek. Het gaat meer om wat ze vertegenwoordigen: het nieuwe tegenover het bekende, verovering en spanning tegenover veiligheid, misschien zelfs de stad tegenover de buitenwijk, het idee dat, naar Kouwenaar, 'de tijd openstaat', dat het leven zich niet vernauwd heeft tot hoe het de komende jaren zal lopen maar dat ieder moment het nieuwe kan ontstaan.


Het summum hiervan is als Frederic in de namiddag – hij organiseert zijn werk zo, zodat hij in de namiddag vrij is, door de stad kan struinen – in een bistro zit. Hij kijkt naar een vrouw die leest, haar ogen opwerpt, haar geliefde zit binnenkomen en hem kust op een manier zoals alleen pasgeliefden elkaar zoenen. Dan vertelt hij dat hij dagdroomt van een amulet dat als hij dat om zou doen en activeerde, iedere vrouw ingaat op zijn avances. Hier passen de vrouwen van de eerdere films van deze 'moral tales' de revu: de katholieke vrouw, uit mijn Nacht met Maud, wordt aangesproken, Maud zelf komt voorbij, Suzanne, Claire, en hij spreekt ze aan en ze reageren. Ze willen met hem mee. Hij fantaseert zoals mannen nu eenmaal fantaseren soms. Veroveren is uiteindelijk uiterst kwetsbaar, dus dat slaat hij over in zijn fantasie. Tot een vrouw – in een fantasie is de werkelijkheid nooit ver weg – uiteindelijk ook daar zijn avances weigert.



Mocht Frederic nu vreemd overkomen, pervers misschien, doet dat geen recht aan het personage. Het is knap hoe eerlijk Rohmer de innerlijke belevingswereld van de man op het toneel doet verschijnen. Nooit wordt het potsierlijk, pervers, lelijk. Daarentegen is het juist zachtmoedig, met gevoel subtiliteit, voor nuance, voor de zee, de zee, die voortklotst in eindeloze deining die het hart nu eenmaal kan zijn.


Wat wel het geval is: we zien hier een generatie aan het werk die zich te midden van de seksuele revolutie bevindt, waarin alles mogelijk is, misschien zelfs geoorloofd. Frederic wordt niet gedreven door perverse verlangens, maar uiteindelijk door dat wat het wezen van onze moderne wereld zal worden: vrijheid is – en dit is het 19e eeuwse idee van vrijheid – niet gelegen in het maken van je keuze en je vervolgens aan die keuze houden, due vrijheid in binding; vrijheid vanaf nu betekent géén keuze willen maken. Mogelijkheden openhouden voor als er iets beters voorbij komt. Steeds kan er iets nieuws gebeuren. Maar zodra je je bindt, snij je het nieuwe de weg af. Dat is de worsteling van Frederic en nog veel meer van Chloe.


Zij kan zich niet binden. Dan woont ze weer in Parijs, dan weer in Amerika met een of andere kunstenaar, dan weer werkt ze in een nachtclub, dan weer als ober, dan woont ze weer met een geliefde die ze niet liefheeft, dan woont ze weer op Montmartre. Ze dringt zich op aan Frederic; gezien de uitleg van zijn karakter, kostte dat ook weer niet heel veel moeite. Toch weet hij zichzelf, min of meer, te handhaven. Tuurlijk, hij geniet van de flirt, van de mogelijkheden die zich openbaren, maar hij weet binnen een bepaalde bandbreedte te blijven. Zijn vrouw zal er niet blij mee zijn, maar een rechter zou hem er niet voor veroordelen, zeg maar.


Chloe en Frederic praten ondertussen wat af: over de liefde, over het leven, over seksualiteit, over vrijheid. Ze praten dat het een ons weegt. In pashokjes, in kledingwinkels, of terwijl ze zich thuis omkleden. Alsof Rohmer kleding gebruikt om iets te zeggen over de seksualiteit. Nu kan er van alles aangetrokken worden, en ook weer weggegooid. Het maakt niet meer uit. Terwijl ze praten proberen ze tegelijkertijd, en hier is Rohmer een meester in, te ontwijken, te verbloemen, duidelijk te maken én te rechtvaardigen. Wat ze dan proberen te ontwijken, verbloemen, benoemen en rechtvaardigen, verschilt per keer, per personage, maar steeds is die dynamiek aanwezig.



Het slot van de film laat zien waar het Rohmer al die tijd om te doen geweest is, zegt men. Ik ben het daar niet mee eens. Ik denk dat het slot van deze film iets anders wil zeggen dan het slot van Mijn nacht met Maud. Voor de Franse regisseur zijn dit geen films die een formule volgen, iedere film kent zijn eigen dynamiek en afloop: soms loopt het goed af, soms loopt het niet goed af. Soms is het goed van de man om de veiligheid te kiezen, soms zorgt die veiligheid of rationaliteit er misschien juist voor dat hij een leven kiest dat uiteindelijk niet het zijne is. We weten het niet. Want dat is nu juist wat de moderne vrijheid die hij chroniqueert inhoudt: de afloop is altijd hoogst onzeker. Maar nooit een keuze maken is onmogelijk: ze moeten gemaakt worden, op hoop van zegen, maar hoe ze aflopen, dat kan alleen geleefd worden en pas na dat geleefd zijn kan met terugwerkende kracht gezegd worden of die keuze uiteindelijk de goede was. (Lees Kierkegaard er maar op na!)


Nog even iets over Frederic en Helene. Veel recensenten gaan mee met de analyse van Chloe: dat hij haar alleen maar liefheeft als idee, maar niet echt van haar houdt. Critici zeggen dat Frederic een onecht leven leidt, dat zijn huwelijk kortom een leugen is van iemand die voor de vorm leeft, de bourgeoisie. Ik denk niet dat zij gelijk hebben. Ik denk dat zij, kinderen van die jaren '60, zelf ook een kinderlijk idee hebben gekregen van wat liefde is. Dat alleen de gepassioneerde liefde een grote liefde is. Terwijl de écht grote liefde, het enige teken van een echte liefde, is dat die voort weet te duren door de complexiteit van de alledaagse werkelijkheid heen. Die liefde waarin de twee individuen die een paar zijn, iedere keer bij elkaar weten terug te keren. Iedere andere liefde is, hoe vol fantasie eigenlijk ook, uiteindelijk een kleine liefde.


Frederic heeft het moeilijk met de sleur, met het feit dat zijn leven het gevolg is van een keuze in plaats van dat hij die nog kan maken, hij heeft last van zijn dubbelgekamerdheid van het hart, dat zeker, maar dat zegt niet dat hij niet oprecht van Helene houdt. Volgens mij doet hij dat wel, alleen snapt Rohmer dat het huwelijk van de middenklasse, juist doordat daar het nieuwe van verdwijnt, de passie, en verandert in veiligheid en herkenning, niet altijd even makkelijk is. Nog meer snapt hij, enfin: daarvoor moet de film gekeken worden.


L'amour L'après de midi is zo een bijzonder sluitstuk van die zes morele verhalen van Rohmer. Het is geen nacht met Maud; die film voelde intelligenter, de discussies waren hoogstaander, de personages sympathieker en interessanter. Goed, daar speelde ook het geloof een rol, misschien dat ik die daarom toch dieper vond gaan. Ik denk dat ik het goed verwoord, voor mezelf, als ik zeg dat de film over Maud uiteindelijk een film over een mens is, over een ziel, over een psychologie, het is een film over een individu, terwijl deze film sociologischer is: het huwelijk als instituut, de waarde van het gezin, de "bevrijding" van mei '68, de vrijgevochten Chloe, deze film gaat over mensen in een samenleving en hoe ze zich tot die samenleving verhouden. Met andere (pretentieuze) woorden: is Mijn nacht met Maud meer Dostojevski, dan is deze film meer Tsjechov, Tolstoj of Flaubert.




Opmerkingen

Beoordeeld met 0 uit 5 sterren.
Nog geen beoordelingen

Voeg een beoordeling toe
bottom of page