Killers of the Flower Moon
- Peter van Duyvenvoorde
- Jan 14, 2024
- 8 min read
Updated: Feb 28, 2024


Als er een beroemdheid is wiens dood ons even zal doen wenen, is het Martin Scorsese. Sinds The Silence lijkt hij de rust gevonden te hebben in zijn films; jezelf vernieuwen op je 76ste, ga er maar aan staan. In Killers of the Flower Moon zien we hem op zijn geduldigst - voor al die mensen die de zaal uitliepen waarschijnlijk "te", voor ons kan hij niet geduldig genoeg zijn.
De Osage-stam noemde het de "reign of terror". In de jaren '20, nadat de native american-stam verbannen was naar ogenschijnlijk onvruchtbaar land in Oklahoma, werd ontdekt dat de grond aldaar olie bevatte. De industrialisatie was in volle gang, de vraag was hoog en de prijs dus ook. De olie bleef maar onder de grond vandaan komen. Al gauw was de Osage-bevolking de rijkste bevolking op aarde. Ze droegen de mooiste kleding, werden rondgereden in de nieuwe auto's, baadden in rijkdom en in weelde. Zij, die "indianen", terwijl de "echte" Amerikaan hard moest werken en maar net aan de eindjes aan elkaar kon knopen. Onverdraaglijk. Een nieuwe goudkoorts ontstond. Talloze Amerikanen trokken naar Oklahoma. Alleen lag het nu niet voor het oprapen voor wie maar goed en gedisciplineerd wist te zoeken, maar was het in bezit van mensen met rechten, niet zoveel misschien, maar toch genoeg om het lastig te maken. Geen schaaltje dit keer, maar hofmaken van native americans moest gebeuren. Als dat niet lukte, moesten er andere manieren gevonden worden om deel te kunnen hebben aan die puissante rijkdom.
In principe is dit de film – meer niet –, zou ik bijna willen zeggen. Een etnische groep heeft rijkdom, een andere etnische groep verdraagt dat niet en wil die rijkdom in handen krijgen. Dat is het. Natuurlijk wordt dit wel aangekleed. Robert De Niro als criminele mastermind William Hale die de illusie wekt bevriend te zijn met de stam, maar heimelijk juist het brein is om ze hun rijkdom af te nemen. Leonardo DiCaprio als Ernest Burckhardt – het neefje van Hale – die niet al te snugger is, of dat in ieder geval lijkt, en zich laat leiden door zijn oom zonder dat hij nou precies weet op welk pad hij zich bevindt. Hij trouwt, op aanraden van zijn oom, met Mollie, gespeeld door Lily Gladstone – genomineerd voor een oscar –. Waarom hij dat doet is vaak niet duidelijk: vanwege haarzelf of omdat hij zo erfgenaam wordt voor de olierechten. Mollie is ondertussen door de staat ongeschikt verklaard, wat betekent dat zij geen controle heeft over haar eigen financiën en voor alle uitgaven toestemming moet vragen.
William Hale, Ernest Burckhardt en Mollie - zij zijn de motor van deze film. Via Ernest probeert William grip te krijgen op de olierechten van de familie van Mollie. Osage-leden sterven links en rechts, worden expliciet vermoord, sterven aan vreemde ziektes (vergiftiging), en toevallig is er altijd een witte Amerikaan die ervan profiteert. (Gezien die periode de "reign of terror" wordt genoemd, geef ik hier weinig spoilers weg). Het meest veelzeggende is een scene met een Amerikaan die met een advocaat praat en vraagt wat er met de olierechten gebeurt als zijn vrouw sterft. Volgens de advocaat gaan deze dan naar hun kinderen, en, vraagt de Amerikaan dan, wat gebeurt er dan met die olierechten als zij sterven? In zijn ogen niets anders dan hebzucht.
Dit kan natuurlijk niet goed blijven gaan en uiteindelijk komt, dankzij Mollie, de FBI – toen nog BOI – naar Oklahoma om de vreemde moorden te onderzoeken. Wilde Scorsese eerst de film vanuit dát perspectief vertellen, zoals dat ook gebeurt in het boek geschreven door David Grann, waarop de film is gebaseerd, was het DiCaprio die de regisseur ervan overtuigde om de film niet van buitenaf maar juist van binnenuit te vertellen, zo dicht mogelijk op de huid van de Osage-stam. Het getrouwde stel Ernest en Mollie zijn zo het raakpunt waarop die twee werelden steeds samenkomen.
Goed. Doordat de plot zo eenvoudig is, moet deze film anders gekeken worden. In principe liggen na een minuut of twintig de kaarten wel op tafel. We weten wat er op het spel staat, wat er gaande is en wat er nog gebeuren zal. Er is weinig suspense. De feiten zijn er en nu gaan we eens zien hoe die zich ontvouwen. Normaal wordt de kijker geholpen, aan het begin van de film wordt een vishaakje geworpen en voor de tijd dat het duurt trekt de film de kijker dóór de film heen naar de apotheose waarin alles duidelijk wordt. Hier is dat dus andersom. Wat, denk ik, ook de reden is dat de film saai gevonden kan worden. Maar dat hoeft niet, als je hem dus op een andere manier benadert. Meanderend. Er is een tragedie en die wordt in beeld gebracht. Sehr langsam, zoals het in een symfonie genoemd zou worden. Het is daarom ook niet erg om soms even weg te dromen, dat mag bij een film van deze duur en in dit tempo.
Sinds Silence (2017), de film gebaseerd op de roman van de Japanse schrijver Endo over twee Jezuïeten die naar Japan gaan om een priester te vinden terwijl het katholicisme daar verboden is, lijkt Scorse een nieuw tempo gevonden te hebben. We kennen allemaal de snelheid en de cuts van Goodfellas, van Casino, een stijl waar Scorsese met Mean Streets (1967) al mee begon. Wat hem ook vernieuwend maakte. Zelfs in Wolf of Wall Street (2013), een van zijn mindere films naar mijn mening, hanteert hij deze stijl nog. Toen ik Killers in de bioscoop keek, liepen er ook wel een aantal mensen de zaal uit. Zij verwachtten Wolf of Wall Street – zijn laatste écht populaire film –, en kregen deze zich langzaam ontvouwende tragedie. Maar Silence, daarna natuurlijk The Irishman (2019) – ook traag, langdradig, een groot verhaal over het vergaan de tijd, over schuld, over eenzaamheid - en nu deze film, zijn een nieuwe Scorsese. Alsof hij eindelijk de rust heeft gevonden. Nog op zijn leeftijd nog een aantal verhalen te vertellen heeft en dat doet op zijn manier. Bijzonder dat hij zichzelf nog steeds weet te vernieuwen.

Thematisch is dit echter niet een geheel nieuwe Scorsese. Meer dan veel mensen denken worden zijn thema's getekend door zijn jongere jaren in het katholicisme van vóór Vaticanum II (de grote vernieuwingsbeweging van de jaren '60 van de katholieke kerk). Hij wilde zelfs enige tijd priester geworden. En die kerk durfde, en deed dat met veel enthousiasme, nog over schuld, schaamte, over de hel te spreken. Mean Streets wordt getekend door een rode waas. Harvey Keitel, als Charlie, worstelt met schuld, met de oh zo religieuze term: zonde. Het is vreemd dat het katholicisme van Scorsese zo over het hoofd wordt gezien en hij wordt gezien als een filmmaker over het gangsterleven. Natuurlijk, dat is hij óók. Eveneens uit zijn kindertijd: als astmatisch, ziekelijk kind keek hij vanuit zijn raam naar het leven in de straten van New York.
Zo vreemd is het natuurlijk ook weer niet. De seculiere kijker ziet dat nu eenmaal over het hoofd. Het, om het deftig te zeggen, resoneert niet meer. Maar het gehele oeuvre van Scorsese is eigenlijk in een zin te vatten, de openingszins uit Mean Streets bij monde van Harvey Keitel: "You don't make up for your sins in church. You do it in the streets. You do it at home. The rest is bullshit and you know it." Dit is het werk van Scorsese. Ja hij is katholiek, dat tekent zijn wereldbeeld, maar het gaat om niet om het katholicisme. Er is een reden dat hij geen priester is geworden. Hij voorvoelde: het gaat niet om wat er in de kerk gebeurt, uiteindelijk, het leven speelt zich daarbuiten af. Zondigen doe je buiten de kerk, het goedmaken van die zondes doe je ook daar. Dit maakt zijn religiositeit heel werkelijk en concreet. Er zit vlees in de botten, de geest is vleesgeworden, en waar gebeurt dat het meest als waar de zonde het meest aanwezig is: het criminele circuit.
Over de kerk zegt Scorsese ergens dat hij gelooft in de principes van de katholieke kerk. Dat hij geen kerkleraar is, geen theoloog die de triniteit kan verdedigen. Zelfs dat hij niet eens geïnteresseerd is in de politiek van het instituut. Maar dat het idee van de wederopstanding van Jezus en de incarnatie – dat God mens is geworden –, de boodschap van mededogen en liefde, dat dat de sleutel is van de kerk. En dat de sacramenten, als je die neemt, je ze ervaart, je helpen om dichter bij God te blijven.
Dit ontzag voor het mysterie van Scorsese, misschien is dat wel wat tekenend is voor zijn laatste drie films. Geen bombastische uitspattingen, maar de stilte. Een stilte die je uitnodigt om zelf ook stil te zijn en aandacht te schenken aan de intieme momenten, de zachtmoedige schoonheid die zich aan je toont. God is óók in deze film aanwezig. Hij geeft de Osage-stam hun welvaart via de olie. Ernest, dus DiCaprio, zegt dat hij katholiek is, waarop Mollie antwoordt dat ze hem nooit in de mis ziet – een thema dat zo vaak terugkomt bij Scorsese, het geloof met de mond belijden maar niet met daden.
Een van de sacramenten is die van de biecht. Het katholieke geloof stelt dat je door te biechten bij God en oprecht berouw te tonen, door het kwaad af te wijze en boete te doen, je vergeven kunt worden door God en de gemeenschap via de priester en opnieuw kunt proberen om in genade te leven. Dit is overduidelijk in zijn nieuwste film. We zouden kunnen betogen, met enige voorzichtigheid, dat het gehele derde deel van de film gewijd is aan de vraag of Ernest zijn misdaden zal bekennen aan de autoriteiten en aan zijn vrouw. En we hopen ook dat dit gebeurt. Potver, wat zat ik in de bioscoop te hopen dat hij alles zou bekennen, dat hij zichzelf op het spel zou zetten, niet de afloop zou weten, maar dat hij toch alles open zou gooien. Dat zou namelijk iets kunnen creëren, een breuk kunnen betekenen. Met Kierkegaard gezegd: dat zou Ernest tot een waar vrij mens maken die in principe een offer brengt aan God via de ander en zichzelf zo geen slaaf van het verleden laat zijn maar een nieuwe toekomst een kans geeft.
Zo maakt Scorsese Ernest meer dan hij in werkelijkheid misschien was. En dat is helemaal oké. Want het is geen documentaire. Killers of the Flower Moon is zo bijzonder omdat Scorsese aan de ene kant eindelijk een stem weet te geven aan de Osage-stam en deze gruwelijke periode én doordat Scorsese het verhaal, zo impliciet als mogelijk bijna, wederom verheft tot een religieuze film waarin zijn oude thema's weer opnieuw kleur krijgen, via een nieuwe vorm weer worden onderzocht. Of de liefhebber van Wolf of Wall Street deze film zal waarderen, ik denk het niet. Maar Killers of the Flower Moon is het wel veel meer waard óm gewaardeerd te worden: het is misschien wel de meest veelzeggende Scorsese film tot nu toe.
Heidegger heeft ooit gezegd dat iedere grote filosoof maar een idee heeft en zijn hele leven probeert om dat ene idee te vatten. Bela Tarr, de Hongaarse regisseur zei iets soortgelijks: ik heb een verhaal dat ik wil vertellen en verschillende vormen geprobeerd om het over te brengen. Voor Scorsese geldt dit misschien ook, nog steeds is niet helemaal duidelijk wat dat ene idee nu precies is, dat is misschien ook niet mogelijk, het is een intuïtie, iets voorbij taal, maar Killers of the Flower Moon is misschien wel de film die het dichtst bij dát ene idee weet te komen.
Comments