top of page

Jules et Jim – een film over Catherine

  • Peter van Duyvenvoorde
  • Jun 21, 2024
  • 8 min read

Updated: Jul 11, 2024


Bevat spoilers

Een korte scene. Twee dertigers komen elkaar tegen in Parijs. Hoe ze elkaar begroeten, maakt duidelijk dat ze elkaar al lang kennen en een diepe intimiteit koesteren jegens elkaar. Drie zoenen, omdat ze teveel blijdschap voelen om in twee zoenen kwijt te kunnen. Ze omhelzen elkaar. De donkere, lange Fransman en de blonde, kleine Oostenrijker. Ze dragen de mode van de jaren '20. Hier hadden ze niet verwacht elkaar te treffen. Binnen spelen ze domino met elkaar en praten bij – bijpraten, dat is echt iets van dertigers, twintigers hebben nog niets bij te praten omdat je elkaar dan zo vaak ziet, bijpraten laat zien, er was iets en dat is minder geworden maar niet omdat we minder gek zijn op elkaar –, over Catherine vooral. De verloofde van de lange Fransman komt binnen, de vrienden staan op, de Oostenrijker neemt afscheid. Maar voordat hij weg is, wordt 'ie nog snel gecorrigeerd door zijn Franse vriend: die hoed, die kan nu echt niet meer in Parijs. En hij geeft hem de zijne. "Bon", antwoordt de Oostenrijker, speels, jeugdig.


De Fransman: Jules. De Oostenrijker: Jim – uitgesproken als Djim. We ontmoeten ze twintig jaar eerder in 1912. In een unieke, revolutionaire opening van een film. Hiermee is Truffaut, de regisseur, een grote inspiratie geworden voor met name Scorsese. Zijn begin van Mean Streets, Goodfellas, Casino, Wolf of Wall Street: zonder deze opening van Jules et Jim, had dat niet gekund, zegt de Amerikaanse regisseur zelf. Goed. 1912.


Twee jongens ontmoeten elkaar. Bohemians. Ze verafschuwen geld, schrijven poëzie, leren elkaar hun talen begrijpen, vertalen gedichten en hebben grote dromen over het kunstenaarschap. Het is een, onbekend maar mooi woord, vriendsverliefdheid. Ja, dat is het. Zo vaak maken we dat niet mee, helaas. En vaak vooral nog op die jongeren, te vormen leeftijd. Dat je in elkaar opgaat. Zoals Onno en Max in Ontdekking van de hemel. Zelf heb ik een vriendschap in deze mate nooit gehad, helaas; waarschijnlijk omdat het momentum net gemist is, waarschijnlijk door iets in mijn karakter. Maar het is zo een vriendschap waarvan iedere jongen wel droomt, denk ik. Jules is de Fransman dus makkelijk met vrouwen. Jim wil vrouwen ontmoeten. Jules helpt hem. En ze proberen wat af. Maar of vrouwen vinden Jules te saai, of hij vindt hen te saai, ze praten teveel, dan weer te weinig. Wat ze eraan over houden is dus een vriendschap of dé vriendschap.


En dit leren we dus allemaal in die magistrale opening van anderhalve minuut.


Dan komt Catherine op het toneel. Gebeeldhouwd gezicht als kwam ze uit de antieke wereld. Open. Verleidelijk. Spontaan. Jules wordt als eerste verliefd op haar. In een scene, misschien wel de bekendste, spreken ze met zijn drieën af. Eerst waarschuwt, althans, vraagt Jim aan Jules of hij zich dit keer afzijdig wil houden. Goed, ze hebben eerder vrouwen gedeeld, dat maakte niet uit. Maar dit is van een andere aard en Jules belooft het. Catherine, in deze scene, verkleed zich als een jongen – als The Tramp van Charlie Chaplin –, doet een pet op, tekent een een snor en gedrieën maken ze de stad onveilig.


Jongens waren we, maar aardige jongens – dat gevoel van Nescio.




Maar om daar een andere Nederlandse dichter tegenover te zetten: alles van waarde is weerloos. Vlak nadat Jules besloten heeft om Catherine ten huwelijk te vragen begint de grootste gebeurtenis van de eerste helft van de 20ste eeuw waarin Frankrijk en Oosten tegenover elkaar komen te staan: de eerste wereldoorlog. De vrienden hebben maar een wens: dat ze niet elkáár doodschieten. Jules is dan ook blij dat hij naar Rusland wordt uitgezonden.


Na de oorlog trouwen Jim en Catherine, gaan aan de Rijn wonen en krijgen een dochter. Na een lange tijd komt Jules weer op bezoek. Het gaat niet goed tussen het stel.


Dit hadden we al kunnen weten. Catherine, Jules zei het al eerder tegen Jim: ze is niet het type vrouw om te kooien. Zodra je haar vastgrijpt, zal ze zich los worstelen. Als ze van een toneelstuk terugkomen over een vrijgevochten vrouw, de mannen vond het stuk niets en Jim citeert Baudelaire –ik zal hier niet herhalen wat, maar ongelijk had 'ie niet –. Jules reageert. En ineens springt Catherine in de Seine. Als daad van vrijheid, van verzet, van rebellie. De jongens redden haar, trekken haar uit het water en alleen haar hoed blijft drijven. Catherine is vrijgevochten, lijkt het, maar er is ook iets anders aan de hand. Eerder in de film, als de jongens domino spelen en niet naar haar luisteren, slaat ze Jim ineens in in zijn gezicht. Ze maakt er een grap van. Maar het moment dat de vrienden betrokken raken op elkaar, laat ze van zich horen. Trekt ze de aandacht naar zich toe.


Gekooid worden wil ze niet, geheel vrijgelaten evenmin. Koket, zoiets.



Maar Jim houdt van haar. En hoewel ze affaires heeft, haar vrijheid bevecht, accepteert hij alles opdat ze maar bij hem blijft. En dan komt Jules. Die óók gevoelens had – heeft? – voor Catherine. En die vrienden, alles deelden ze toen ze jong waren, het leven nog voor hen lag, ze nog een hekel konden hebben aan geld: kunnen ze Catherine ook delen?


Dit gebeurt allemaal als in een droom. Truffaut laat het leven van de twee vrienden als het ware aan ons voorbij vliegen. Een voice-over versnelt het verhaal wanneer nodig, vult in waar even een gat valt, en met een schokkende camera, handheld, duizelen we door de film heen. Soms valt het beeld even stil, dan lijkt het alsof de televisie hapert, maar het is de camera zelf. Truffaut wil dat moment, al is het maar een seconde, vastzetten. Een beetje zoals herinneringen werken: we weten de context van die ene herinnering wel, maar vaak is er dan ene beeld, een snapshot, waar de gehele herinnering aan vasthangt.

En het zijn ook herinneringen. Want Truffaut baseert zich op een roman van de Franse schrijver Henri-Pierre Roché en hij putte weer uit zijn eigen ervaringen. Jules, Jim en Catherine bestonden echt. Sterker, de vrouw op wie Catherine is gebaseerd was bij de premiere van de film en ze complimenteerde Truffaut met de kwaliteit van zijn film en hoeveel recht hij had gedaan aan de werkelijke herinneringen.


Een leven, althans, drie levens, schieten als het ware voorbij. Van jongens waren we, maar aardige jongens, tot een oorlog, tot stille verwijten en angsten en kwetsuren. Niemand komt onbeschadigd (en evenmin onbeschadigend) door het leven. Als ze ouder zijn, dragen we, dankzij de vaart van de film, die jeugdigheid nog met ons mee. Jules et Jim is een film over nostalgie, over de tijd die altijd weer voorbij gaat, die we niet terug weten te krijgen en over de onschuld die we verliezen. Tot slot: het is een film over Catherine. Zij is uiteindelijk de bepalende factor.


Na de oorlog, als Jules op bezoek is bij Jim, zien we de twee vrienden niet meer samen. Altijd is zij daar. Alles bepalend. De sfeer in zich op zuigend. Tot ze elkaar per ongeluk tegenkomen in Parijs en we hen weer zien zoals ze waren; even is de jeugdigheid weer terug, verbinden ze zich weer van hart tot hart.


Queer

De film roept de vraag op naar de vriendschap van Jules et Jim. Zit daar een erotische laag in? Het is niet raar dat in deze tijden van queerness, deze film opnieuw aandacht krijgt. In deze interpretatie wordt Catherine als instrument gezien, als doorgeefluik voor een onleefbare liefde tussen twee mannen. Hun vriendschap, zo alomvattend, allesverzengend, wordt romantisch geïnterpreteerd.


Hoewel er iets voor valt te zeggen, ook omdat er symboliek aanwezig zou kunnen zijn die daarop duidt. Zo bekijken de twee vrienden Griekse beelden en raken erdoor geraakt. Zo een vrouw zouden ze willen vinden. Niet gauw daarna komt Catherine op het toneel: het evenbeeld van het Griekse beeld dat ze hebben bewonderd. En Griekenland is natuurlijk het land, zo is de algemene mythe, van de vrije seksualiteit.


In het begin van de film, als ze een artikel van Jules lezen over "de ongewone relatie" die mannen hebben, kan dit ook een rol spelen.


En dan is er nog het spel met Catherine die zich verkleedt als jongen wanneer ze de straat op gaan. Dat zou erop duiden dat gender niet eenduidig is in de film, dat Truffaut zich ervan bewust is en ermee speelt.


Helemaal aan de kant zetten wil ik het zeker niet. Want het zou inderdaad kunnen. Tegelijkertijd: hoe armzalig is het als we een diepe, hechte vriendschap tussen twee mannen gelijk op die manier interpreteren. Zo hecht, daar moet wel romantiek een rol spelen. Maar dat hoeft natuurlijk niet. Ik heb in mijn leven drie vriendschappen gehad, niet zó intens, maar waarin wel sprake was van een soort vriendsverliefdheid. Samen tijd door willen brengen, uren en uren lang koffiedrinken, sigaretten roken, bier drinken, door steden struinen en praten over de liefde, het leven, over kunst, poëzie, over boksen en voetbal. Dat met de ander zijn voelt als met jezelf zijn. Daar zat geen vlaagje romantiek bij. Het was iets anders – niet minder waardevol, misschien wel waardevoller zelfs. Twee van die vriendschappen zijn aan hun einde gekomen en ik heb daar aanzienlijk meer moeite mee gehad dan met het einde van mijn romantische relaties.



Blijkbaar acht ik het, de queerness, toch. wel valide genoeg om hier te behandelen. Dat is omdat het ook bij mij omhoog kwam, dat idee. Maar ik ben natuurlijk ook een kind van deze tijd. Pas secundair dacht ik aan Max en Onno, aan het essay Over de vriendschap van de Franse essayist Montaigne, dacht ik aan mijn eigen vriendschappen. Hoe meer ik er nu over nadenk hoe ik ervan overtuigd ben dat het zonde is om de gelaagdheid en rijkdom van de band tussen Jules en Jim te concentreren tot: geheime homoseksuele liefde.


En, daarbij, dat dat ook geen recht doet aan Catherine. De alomvattende, orkaanachtige, aantrekkende en afstotende, onnavolgbare maar nooit hysterische Catherine. Haar zien als doorgeefluik van een homoseksuele liefde, doet haar aantrekkingskracht tekort. Terwijl ze nu juist – en ik voel weinig symapthie voor haar – zo een sterk vrouwelijk personage is. Modern, ongrijpbaar, een voorafschaduwing van de vrouw die komen zou in de jaren '60.


Vrijheid

Want dat zien we hier ook nog eens. Die hoop van de open liefde, de vrije liefde, het begin van de jaren '60, van Truffaut's tijd, ook al speelt de film in het interbellum. Dat vrienden vrouwen zouden kunnen delen, dat er vrije en open gemeenschappen zouden ontstaan, die hoop van die vrije jaren; Truffaut ziet hier al dat het een leuk idee is, maar het in werkelijkheid leidt tot frictie, vervreemding, jaloezie.



Jules et Jim is zo vele malen volwassener dan die nieuwe (afschuwelijke) film over een driehoeksdynamiek die het zo goed deed in de media: Past Lives. Mij deed de film sterker denken aan die van Truffauts goede vriend, Eric Rohmer: L'amour l'apres de midi. Ook een film die zich aan de vooravond van de vrije jaren begeeft. Via het hoofdpersonage er de kracht van ziet, de hoop en tegelijkertijd het weet te doorleven op een manier die niet schadelijk is.


Tot slot: er zitten passages in die daarvoor en daarna nooit meer zo zijn vormgegeven. Een briefwisseling tussen Catherine en Jules, en een beetje van Jim bijvoorbeeld. De scene op het strand. Of, zoals gezegd, als ze rennen door de straten van Parijs als drie mannelijke vrienden. Catherine in de seine. De laatste scene, natuurlijk. De beelden van. de oorlog, net als in Citizen Kane, échte beelden: zowel van de eerste wereld oorlog als van de tweede wereldoorlog die aanstaande is.


Sartre schreef eens dat de grootste kunst gaat over het voorbijgaan van de tijd – is niet alle kunst dat? En is dit niet wederom een teken dat de beste man een charlatan was... – Jules en Jim vliegt voorbij, de vluchtigheid van het leven wordt pijnlijk duidelijk. Terwijl de personages ouder worden en, wie weet, wijzer, of misschien ook wel niet, wordt duidelijk hoeveel verloren is – een verlies van liefde, een verlies van onschuld, – van Jules, van Jim, van Catherine, maar ook van Europa door twee oorlogen heen – een verlies van een vrij verleden met bohemische inslag. De verteller van de film wordt steeds iets melancholischer en zachtmoediger, naar zijn eigen personages en hun moed om de liefde en diens mogelijkheden te onderzoeken maar tegelijkertijd zit er, geen ironie, maar opluchting in die eigen is aan het einde van zulke zotte onderzoekingen. Jules et Jim viert (en beweent dus) de zoete pijn van het onmogelijke en het grootse falen van een ideaal.


Martin Scorsese legt kort uit. wat de invloed van de film was op hemzelf:




Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating
bottom of page