Drive my car
- Peter van Duyvenvoorde
- Jan 12, 2024
- 5 min read
Updated: Jun 26, 2024


Al dagen wil ik niets anders dan door Nederland rijden in een rode Saab Turbo 900
Het is donker. We bevinden ons in een rijdende de auto. De passagier achtering biedt zijn vrouwelijke chauffeur een sigaret aan, zonder woorden. Een geopend pakje, met een sigaret eruit gestoken, wordt tussen de twee voorstoelen in de lucht gehouden. Ze vraagt of hij het zeker weet – het is zijn auto –, hij antwoordt alleen maar van wel. Buiten, voorbij de autoramen, zien we, op het moment dat hij de sigaret aanbiedt, plotseling lichten verschijnen die we passeren: rood, groen, oranje, geel. De chauffeur steekt de sigaret in haar mond en de passagier houdt er een aansteker bij. Ze neemt een haaltje, blaast uit. Het cameraperspectief verandert en we bevinden ons nu op de weg en zien de voorkant van de auto. Zij rechts – het is Japan – achter het stuur. Hij links; steekt nu ook zijn sigaret aan. Ze nemen beide een haaltje en houden vervolgens hun sigaret via het open dag buiten de auto, waar wij ons weer binnen bevinden. We kijken omhoog en zien hun handen naast elkaar, de brandende puntjes van de sigaretten in de lucht. Het beeld wiegt zachtjes door de rijdende auto. Verder: stilte. We zien hun gezichten als ze een haaltje nemen. Het cameraperspectief verandert weer: alsof we op de voorruit zitten. En nu zien we hun handen boven het dak uitkomen, met beide een sigaret. Nog steeds wordt er niets gezegd. Laatste shot: vanuit de verte zien we de auto, een rode Saab 900 Turbo uit 1987, over de snelweg rijden.
Anderhalve minuut duurt de scene. Had ook een half uur mogen duren. Hij staat symbool voor de film. Natuurlijk, Oto – waarover later meer – en haar relatie tussen seks en creativiteit is interessant, het spel met Tsjechov fascineert, maar het is deze scene die de film vat: geduldig, niet bang om stilte te laten voortduren én de tijd te laten passeren. Dat gebeurt niet omwille van de stilte en de tijd, maar omwille van het verhaal. De rust, het geduld, is hier geen esthetisch statement op zichzelf, maar het helpt het verhaal te vertellen in het besef dat woorden niet altijd nodig zijn, dat dialogen niet noodzakelijk zijn om toch gesprekken te voeren.
Drive my Car, de film won de oscar voor beste buitenlandse film in 2022. Nu zegt deze prijs niet perse heel veel, een leuk feitje is het wel. Centraal staan een theaterregisseur en acteur, Kafuku – de passagier van hierboven – en zijn vrouw Oto, scenarioschrijfster met de opvallende gewoonte dat ze alleen kan schrijven, als ze seks heeft gehad. Ze zijn succesvol, wonen in een mooi appartement, ze hebben een goed huwelijk, zij het wat kil en met een zo nu en dan broeierige spanning door het niet-gezegd. Goed bezien lijken ze het misschien niet perfect te hebben, maar beter dan de meeste stellen, en dat is al heel wat. Na veertig minuten overlijdt Oto en zien we de openingcredits in beeld verschijnen. Dat is nogal een proloog.
Onderwijl is Kafuku bezig met een nieuw toneelstuk, Oom Wanja, van de grote Tsjechov. Rijdende in zijn rode saab door Tokyo horen we de stem van zijn vrouw die een rol inneemt en hij die daarop reageert. Keer op keer. Via Tsjechov komt dat wat we in het huwelijk inderdaad dachten te voelen broeien steeds explicieter aan bod. Het ongezegde van hun huwelijk, wordt gezegd via het casettebandje in de rode Saab. Pijnlijk, want de catharsis kan niet voltooid worden: dat wat gezegd wordt in de auto, kan niet meer met de overleden vrouw besproken worden. Kafuku zit vast. Misschien kan hij, zoals de oude Grieken al stelden, toch nog via Tsjechov de bevrijding vinden.
Dit maakt overigens niet, zoals op het oog misschien lijkt, dat Drive my Car een cerebrale, intellectuele film is met als thema "kunst als catharsis". Daarvoor is het verhaal veel te menselijk. Zijn al die personages – Watari die zo rustig rijdt omdat, enfin, dat wordt vanzelf duidelijk, de stomme actrice Lee Yoon-a, die voor een van de mooiste scenes in de recente filmgeschiedenis zorgt en Takatsuki die veelbelovend is en te destructief om de belofte waar te kunnen maken – veel te gelaagd.
In verhalen, film, literatuur, theater, is de stelregel dat, wil je een personage diepte geven, er een dramatische gebeurtenis verzonnen moet worden wat bepalend is voor dat personage: een moeder die haar kind moest afstaan, een jongen die zijn broertje zag verdrinken, een meisje dat verkracht werd. Hoezeer dit ook klopt, kleeft er ook een groot gevaar aan: oppervlakkige films doen dit überhaupt niet niet, middelmatige misschien, maar sentimentele doen dit altijd. Zij kiezen een moment uit en laten dat alles bepalen in een ogenschijnlijke diepte van personages. Maar het is schijn. Het is, hoe goed het ook werkt – incluis op mijzelf –, kitsch. Dat is ook helemaal niet erg. We hebben allemaal soms een beetje Anton Pieck nodig in ons leven. Maar grote literatuur of grote films levert het niet op, alléén denkt men vaak van wel, zoals met The Joker, bijvoorbeeld, het geval is.

Makkelijk is het ook niet, deze valkuil vermijden. Een film heeft maar zoveel tijd en ruimte om te kunnen vertellen wat ze wil vertellen en heeft shortcuts nodig. Soms lijkt Drive my Car toch hierin te blijven steken, ieder personage heeft een dramatisch moment dat allesbepalend is voor wie ze zijn en hoe ze handelen. Was de film hier gebleven, met alle goede bedoelingen, wast het alsnog een bijzondere zit geweest, die 3.5 uur. Maar gelukkig weet de regisseur – Ryûsuke Hamaguchi – hier toch aan te ontkomen. Ja, de personages hebben definiërende ervaringen; nooit allesbepalend. Het zijn mensen van vlees en bloed met al hun complexiteiten en tekortkomingen en ervaringen. Als Kafuku en Takatsuki praten terwijl ze achterin de auto zitten, het onderwerp steeds verschuift, het gesprek een duel, een experiment en therapie tegelijk is, herkennen we die gesprekken. Goed, het onderwerp zal niet altijd hetzelfde zijn, maar we kennen de vorm: als we erachter proberen te komen waarom een relatie uitging, waarom iemand je verraden heeft, waarom iemand vreemdging, kortom, waarom iemand je pijnigde zonder dat perse te willen en het onduidelijk is waar de schuld en, nog belangrijker, het antwoord of de oplossing nu liggen.
Drive my Car is gebaseerd op met name het korte verhaal met dezelfde naam van de Japanse schrijver Haruki Murakami (van Norwegian Wood, ook een titel van The Beatles, net als deze titel). Dit korte verhaal stond in de korte verhalenbundel "Men without women", waarin ook de verhalen "Scheherazade" en "Kino" stonden, die ook inspiratie boden voor deze film. De film echter, verandert fundamentele aspecten waardoor het, gelukkig, nog weinig met elkaar te maken heeft. Wat wel: Drive my Car kijkt zoals we een roman lezen. De scene van anderhalve minuut waar ik mee begon, het is een literaire scene, we zien een schrijver het beschrijven om iets duidelijk te maken wat niet wil voorkauwen. De oscarwinnaar van 2022 is een roman op camera, inclusief de personages die komen en gaan, de conflicten en het geduld waarmee het verhaal zich weet te ontvouwen voor onze ogen.
En dan die ene scene die gezien moet worden, niet verteld, waarin Tsjechov in als zijn "tsjechovisme" tot uiting wordt gebracht in een oorverdovende stilte: alles komt daarin samen. Het centrale thema van deze film is, hoe onzichtbaar misschien ook, genade en verlossing. Alle personages zoeken op een bepaalde manier naar verlossen, hopen op genade of, om het wereldlijker te zeggen, afsluiting en een nieuw begin. In die vier minuten, die ene scene met Yoon-a, die oorverdovend stille scene, wordt 3.5 uur geconcentreerd tot een klap in de maag. Het zijn vier minuten die al het ongeduld, want de film gaat soms (te traag), waard maken.
Mocht de film teveel gevraagd zijn, in de drukte van de spits van het leven geen tijd gevonden worden voor een Japanse film van 3.5 uur, dat kan gebeuren en dat is oké. Maar voor die mensen, dan hier toch die vier minuten die zelfs zónder de context adembenemend zijn:
Comments