top of page

De Joodse Raad - een rehabilitatie(?)

  • Peter van Duyvenvoorde
  • Mar 13, 2024
  • 6 min read

Updated: Mar 27, 2024






In aflevering vijf, de laatste van deze serie over de Joodse Raad, zit voormalig voorzitter David Cohen tegen iemand van het openbaar ministerie omdat Cohen beschuldigd wordt van collaboratie. Cohen, gespeeld door een geweldige Pierre Bokma, inmiddels een gebroken man. De aanklager hautain, zelfingenomen. Zet zelfs, zo lijkt het, de verklaring van de Duitse Aus der Funten – hoofdverantwoordelijke voor de deportaties uit Amsterdam – boven die van Cohen zelf. Terwijl die nog wel net heeft aangegeven het ondraaglijk te vinden in dezelfde gevangenis te moeten verblijven als de Duitse hauptsturmfuher die hem al die tijd voorgelogen en gemanipuleerd heeft. En dan is het genoeg en maakt Bokma duidelijk waarom hij de grote één is van Nederland: een monoloog die door merg en been gaat.


De Joodse Raad is al sinds het einde van de oorlog, en eigenlijk al tijdens de oorlog, onderwerp van debat. Althans, debat doet misschien denken dat er gelijkwaardige doch tegengestelde posities bestonden. Maar zo was het niet. Vooral na de oorlog was het voor iedereen wel duidelijk dat zij niet zuiver op de graag waren geweest. Voorzitters David Cohen (grootvader van oud PvdA-politicus Rob Oudkerk) en Abraham Asscher (overgrootvader van Lodewijk Asscher) waren persona non grata. De raad werd gekscherend en diep verwijtend Joods Verraad genoemd.


Achtergrond

Nog even ter verfrissing van de historische kennis: De Joodse Raad werd opgericht in februari, 1941. Niet door de Joden zelf (dat was het Joodse comité dat verboden zou worden), maar door de Duitsers. Was wel zo handig, vonden ze. Een raad van eervolle en prominente Joden, de notabelen, zouden de informatie en besluiten (wapens inleveren, jodenster opnaaien, evacuatie) van de Duitsers door moeten geven aan de overige Joden. Niet alleen Nederland (dit wordt vaak vergeten, de Joodse Raad ging over de Joden in heel Nederland, niet alleen in Amsterdam), maar ook België, Frankrijk, Polen en een aantal andere landen kende een Joodse Raad. Zij het dat iedere land weer een andere vorm ervan kende. Grondlegger hiervan was, natuurlijk, Eichmann. Die man van wie Hannah Arendt dacht dat hij "alleen maar zijn werk zo goed mogelijk wilde doen", waarna ze met de absurde theorie van de banaliteit van het kwaad kwam. Maar dat even terzijde.



De Joodse Raad was een middel van de Nazi's om de Joden georganiseerd te houden en ze koest te houden. Een boodschap van de notabelen uit de eigen gemeenschap komt toch anders over. De Joodse Raad daarentegen hoopte dat ze door haar verantwoordelijkheid te nemen, enig invloed kon uitoefenen op het beleid van de Duitsers. En die hielpen maar al te graag met het in stand houden van die illusie.


Sommige Joden, zoals de rechter Lodewijk Visser, zagen in dat het slechts een instrument van de Nazi's was en weigerde zich erbij aan te sluiten. Andere Joden hadden kritiek op het feit dat er vooral deftige Joden in zaten: de "sinaasappeljoden" van de markt van het Waterlooplein konden zo makkelijk vergeten worden. En dat werden ze ook. Maar daarover later meer.


De woede op de Joodse Raad is op mij altijd vreemd overgekomen. Daaronder ligt namelijk het idee dat de geschiedenis anders had kunnen lopen. Dat als Asscher en Cohen niet mee hadden gewerkt, er geen Joden vervolgd zouden zijn, dat de Nazi's dan andere keuzes gemaakt zouden hebben. Onzin natuurlijk. Want die Jodenvervolging behoorde nu juist tot de fundamentele weefdraden van de nazi's. Goed, er is het "functionalisme-intentionalisme-debat". Een discussie tussen serieuze historici over de vraag of het vermoorden van Joden altijd al een primair doel was van de Nazi's of dat het gaandeweg ontstond in de oorlog. Maar in 1941 is al lang en breed duidelijk dat hoe of waarom ook, het doel is om de Joden te doden. Met of zonder Joodse Raad, met of zonder Asscher en Cohen.


De Serie

Terug naar de serie. Voor het eerst sinds 2000, toen Piet Schrijvers een nogal gemankeerde poging deed met een eenzijdige biografie over David Cohen, vindt er een rehabilitatie plaats. Die begon al met het boek "Politiek van het kleinste kwaad" van Bart van der Boom, gepubliceerd in 2022. En wordt nu alom bekend dankzij de serie. Wat grappig is. Want deze serie baseert zich juist op het boek van Hans Knoop: Joodsche Raad, het drama van Abraham Asscher en David Cohen. Had hij ten tijde van schrijven (1983) een sterk negatieve blik op de Raad, ook zijn perspectief is met de jaren veranderd. Genuanceerder geworden.


En dat komt terug in de serie. We zien hoe complex de situatie is voor Asscher, hier meer een bijrol, en Cohen. Ze zitten vast. In hunzelf, Asscher de ondernemer, de handige extravert, Cohen, de introverte professor klassieke talen, naïef, wel in deze wereld maar niet helemaal van deze wereld. De serie probeert hen te laten zien zonder te oordelen. Maar ook: zonder goed te praten. Want het is inderdaad zo dat Cohen de neiging had zijn kop in het zand te steken, niet te willen of te kunnen zien wat er onder zijn neus gebeurde. Terwijl zijn vrouw (Monique Hendrickx) het wél ziet. Er ruzie over maakt. Het haar man verwijt dat hij wel in de Joodse Raad zit. En ja, Cohen is ijdel en ziet zichzelf misschien wel als groter dan nodig. Als een, zo zegt hij zelf, generaal in oorlogstijd. Misschien toen aangestoken door al die klassieke teksten over moedige mannen en bloederige oorlogen die hij vanuit zijn studeerkamer las. Dit was zijn kans om een grote man te zijn die nu eenmaal moeilijke beslissingen moest nemen.



Eerst was het Cohen te doen om zo lang mogelijk te rekken (en dat is ook gelukt want anders dan de Nazi's wilde was Nederland niet in 1942 maar pas eind 1943 "jodenvrij"). Dan begint hij in te zetten op de onmisbaren. Het doel is, zo is hij van mening, om als de oorlog voorbij is, en zo lang zal die toch niet duren, de Joodse gemeenschap weer opnieuw op te bouwen. En daarvoor zijn goede Joden nodig. Goede Joden zijn voor deze intellectuele, cerebrale professor eigenlijk vooral de elitaire Joden. Ja, hij maakt moeilijke keuzes, en ja het is te verdedigen om honderd mensen te offeren om er duizend mee te redden en ja, het is de jaren '40 dus ver voor de radicale democratisering, maar enige blindheid kan hier Cohen niet ontzegd worden. Perfect was hij dus zeker niet. Maar dat is niemand. Ook Martin Luther King was niet perfect. Wel probeerde Cohen zich staande te houden in een wereld waarin eigenlijk niemand staande kon blijven. Hij liep niet weg, wat de Nederlandse regering wel deed, hij bleef en had de moed om moeilijke keuzes te maken, keer op keer.


Voor de serie is gekozen om de relatie met zijn dochter eruit te lichten: Virrie Cohen. Zij hielp Walter Süskind met het redden van baby's in de créche. Honderden kinderen heeft ze gered, duizenden heeft ze naar de kampen moeten laten gaan die daar vervolgens vergast zouden worden. Ze wordt fantastisch gespeeld door Claire Bender – dat kan niet gezegd worden van haar tegenspeler Piet, wat een enorme houten klaas –. Zij en haar vader raken steeds meer verwijderd van elkaar: de man die zoekt naar compromissen, steeds het kleinste kwaad kiest om groter kwaad te voorkomen en zijn dochter die zich mengt in het verzet, tegen de Duitsers ingaat en haar vader verwijt niet te zien wat toch overduidelijk is.


Hoe complex de situatie is wordt krachtig samengevat door Rob Oudkerk in Trouw:

'Iemand die daar alles vanaf weet is de zoon van Virrie, en kleinzoon van David. Dat is Rob Oudkerk, de voormalig PvdA-politicus. Op de vrijdagavonden zat hij met zijn vader, moeder en opa aan tafel. “Mijn moeder die honderden kinderen had gered, mijn grootvader die lijsten had gemaakt voor de Duitsers en mijn vader wiens hele familie in de oorlog was uitgemoord, via de lijsten van mijn grootvader. Al die vrijdagavonden werd er niet gepraat. Mijn grootvader kon er sowieso niet meer over praten. Eigenlijk is hem ook nooit meer iets gevraagd.”'


In vijf afleveringen die je naar de strot grijpen wordt invoelbaar gemaakt hoe complex de situatie van de Joodse Raad was, hoe geslepen de Nazi's waren, hoe ze konden manipuleren en bespelen en tot slot hoe Nederland enorm tekort schoot na de oorlog. Een voorbeeld: als een Joodse vrouw terugkomt uit een van de kampen, ze is haar hele familie kwijtgeraakt, wordt haar duidelijk gemaakt dat haar onderburen het servies hebben toegeëigend en, erger nog, dat ze nog vorderingen en een bekeuring heeft open staan bij de gemeente voor het niet betalen van de Erfpacht. Alsof ze even op vakantie was.


De serie is zeker niet perfect. Soms pathetisch, soms mierzoet, en zoals altijd wordt er, wegens kosten, veel te veel binnen gefilmd. De acteerprestaties zijn, zoals ook zo vaak, zo nu en dan over de top. Maar dat geeft allemaal niet: in vijf afleveringen wordt een geschiedenis die ik alleen maar uit boeken kende indringend en met respect voor nuance en complexiteit in beeld gebracht. Of Cohen en Asscher hierin gerehabiliteerd worden, dat moet iedere kijker voor zichzelf bepalen en dankzij de serie kán dat ook. Dat is al heel wat.




Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating
bottom of page